Wie 't kleine eert
Vroeger waren wij thuis met z’n vieren, pap, mam, mijn broer Henk en ik.
Een normaal doorsnee gezin volgens mij, niks anders dan anderen. Wanneer we in de zomer op vakantie gingen was de bestemming meestal Lemmer, een prachtig mooi vissersdorpje aan het IJsselmeer.
Vissen was ook net ons ding, en als je ergens mooi kunt vissen is het daar wel. Je hebt daar van die mooie brede kanalen en verschillende grote meren.
Ons pap was best een fanatiek visser maar waren wij erbij vond hij ’t al gauw goed. Hij ving vaak wel een stuk of wat behoorlijke exemplaren waarbij wij hem om de beurt mochten assisteren met het schepnet. En eigenlijk was hij daarna alleen maar druk met ons, nieuwe haakjes aanzetten, vislijnen uit de knoop halen etc. Als we al wat vingen waren dat vergeleken met hem enkel kleintjes. Vaak begonnen we dan na een tijdje te donderjagen.
Jongens, zei pap dan, wees toch tevreden met wat je hebt, wie ’t kleine eert…